-
1 de macht in handen van één persoon concentreren
de macht in handen van één persoon concentrerenDeens-Russisch woordenboek > de macht in handen van één persoon concentreren
-
2 de mogelijkheden van een persoon
de mogelijkheden van een persoonDeens-Russisch woordenboek > de mogelijkheden van een persoon
-
3 een persoon van gewicht
een persoon van gewicht -
4 een persoon van gewicht
een persoon van gewichtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een persoon van gewicht
-
5 persoon
2 [juridisch] person4 [taalkunde] person♦voorbeelden:de juiste persoon • the right personeen zanger en een danser in één persoon verenigd • a singer and dancer (all) rolled into onetien gulden per persoon • ten guilders per person/headéén per persoon • one each(dit recept is) voor vier personen • (this recipe) serves foureen tafel voor één persoon • a table for oneik sprak Peter in eigen persoon • I spoke to Peter himself/in personze kwam in (hoogst)eigen persoon • she came personally/in personin de persoon van • in the person of -
6 een
een11 un, une♦voorbeelden:een zijn met • faire corps avec————————een21 un, une♦voorbeelden:je bent me er (ook) een! • tu es un drôle de numéro!als er een is, die het kan, dan is hij het • s'il y en a un qui en est capable, c'est bien lui————————een3I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 un, une♦voorbeelden:dat is een! • et d'un(e)!elke stem is er een • chaque voix compteeen en dezelfde persoon • une seule et même personneniet één heeft er iets over gezegd • pas un(e) n'en a parléhet is bij enen • il est près d'une heureop één dag • le même jourtien tegen een dat • il y a gros à parier quehonderd tegen een! • je te le parie à cent contre un!een van tweeën • de deux choses l'uneeen van hen • l'un(e) d'entre eux (d'entre elles)een voor een • un(e) à un(e)de een nog mooier dan de ander • tous plus beaux les uns que les autres, toutes plus belles les unes que les autreseen een voor wiskunde • un un (sur dix) en mathsmen kan het ene doen en het andere niet laten • on peut faire les deuxde een of ander • quelqu'un(het) een en ander • des choses et d'autreswij hebben het een en ander besproken • nous avons abordé plusieurs sujetsniet om het een of ander • ce n'est pas pour direhet is het een of het ander • de deux choses l'une→ link=komen komenII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:bladzijde een • page unIII 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald]un, une2 [m.b.t. de hele soort]le, la3 [ongeveer] environ♦voorbeelden:1 een man, een vrouw, een kind • un homme, une femme, un(e) enfanteen meneer A. • un (certain) monsieur A.een uur of drie • environ trois heureseen duizend gulden • environ mille florins→ link=dag dag¶ het kost me een geld! • cela me coûte les yeux de la tête!een mensen dat er waren! • il y avait un monde fou!wat een mensen! • 〈 hoeveelheid〉 quelle foule!wat een geldverspilling! • quel gaspillage! -
7 patroon
I 〈de〉♦voorbeelden:3 hij trad op als de patroon van de liberale beginselen • il s'érigea en champion des principes libérauxeen scherpe patroon • une cartouche à balleII 〈 het〉1 [model, voorbeeld] patron♦voorbeelden: -
8 patroon
I 〈 de (mannelijk)〉1 [beschermer van een persoon] patron2 [beschermheer van een instelling] patron3 [baas] bossII 〈de〉1 [met betrekking tot wapen/vulpen] cartridge♦voorbeelden:1 een losse/scherpe patroon • a blank (cartridge)/live cartridge1 [model, voorbeeld] pattern♦voorbeelden:met een patroon • patternedleefpatroon • lifestyle -
9 mogelijkheid
♦voorbeelden:de mogelijkheden van een persoon • les capacités d'une personnedat behoort tot de mogelijkheden • c'est une possibilité à envisagerAmsterdam biedt vele mogelijkheden • Amsterdam offre de nombreuses attractionszij onderschat haar mogelijkheden • elle sous-estime ses facultésvoor ieder de mogelijkheid scheppen om … • donner à chacun la possibilité de …ik zie er de mogelijkheid niet van in • cela ne me paraît pas du domaine du possibleik kan met geen mogelijkheid … • il m'est impossible de …ik kon de deur met geen mogelijkheid open krijgen • je n'arrivais absolument pas à ouvrir la porteop alle mogelijkheden voorbereid zijn • être prêt à toute éventualitéik zie geen mogelijkheid me daarvoor vrij te maken • je ne vois pas (le) moyen de me libérer pour celade mogelijkheid bestaat dat … • il est possible que … 〈+ aanvoegende wijs〉een loopbaan met mogelijkheden • une carrière qui offre des chances d'avenir -
10 bestuursfunctie
1 [van een persoon] position on the board/executive2 [van een bestuurslichaam] administrative function♦voorbeelden:een bestuursfunctie bekleden • be on the board/executiveVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bestuursfunctie
-
11 concentreren
I 〈wederkerend werkwoord; zich concentreren〉1 [de aandacht richten] se concentrer (sur)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verenigen in één punt; sterker maken] concentrer♦voorbeelden:1 de macht in handen van één persoon concentreren • concentrer le pouvoir entre les mains d'une seule personneeen geconcentreerde oplossing • une solution concentrée -
12 algeheel
♦voorbeelden:1 met algehele steun • 〈 van allen〉 with full support; 〈 van één persoon〉 with (my/your 〈enz.〉 ) wholehearted supporttot algehele tevredenheid • to everyone's satisfaction -
13 met algehele steun
met algehele steunVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met algehele steun
-
14 aard
I.deArt f [Natur, Wesen]II.deNatur f [Art, Wesen]III.dePrägung f [Art]IV.deWesen n [Art, Natur]V.deWesenheit f [geh.]VI.de [geaardheid van een persoon]Couleur f [Prägung einer Person]VII.de [gesteldheid]Beschaffenheit fVIII.de [karakter]Charakter m -
15 nummer
2 [persoon, zaak] number6 [sport] event♦voorbeelden:nummer één van de klas zijn • be top of one's class2 een nummer van een krant/tijdschrift • a newspaper edition, a number/issue of a periodicaleen oud nummer • a back issue/numberin deze maatschappij is ieder mens een nummer • people are mere numbers in this societynummer één zijn bij een wedstrijd • come first in a race/competitionnummer honderd • the smallest room4 een nummer brengen • do a routine/an act5 zij/hij is een mooi nummer • she's/he's quite a character -
16 kop
1 [deel van het dierlijk lichaam] head7 [afbeelding; iets met de gedaante van een kop] head8 [persoon] head9 [audio, video] head♦voorbeelden:kop dicht! • shut up!〈 figuurlijk〉 een houten kop hebben • have a hangover, have a thick headeen kale kop • a bald headzij is een kop kleiner dan hij • she's a head shorter than he iseen mooie kop met haar • a beautiful head of haireen rooie kop krijgen • go red, flushhou je kop! • shut up!, shut your trap!hij had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan • he could have kicked himselfkop op! • chin/cheer up!〈 figuurlijk〉 op zijn kop krijgen • get a good scolding/telling-offje krijgt het niet al ga je op je kop staan • you're not going to get it no matter what you dozich voor de kop schieten • blow one's brains outzij kreeg een kop als vuur • she turned as red as a beetrootdat is een knappe kop • he is a smart fellowmet een kwaaie kop weglopen • leave in a huffiemand aan zijn kop zeuren • nag someonehij heeft het nu eenmaal in zijn kop • he has taken it into his headde kop van Overijssel • the north of Overijsselde kop van een spijker/hamer • the head of a nail/hammerde kop van een stoet/het peloton • the head of a procession/the platoon〈 sport〉 de kop nemen • take the lead, go into the leadop zijn kop staan • be topsy-turvy/upside downover de kop gaan/slaan • overturn, somersault〈 figuurlijk〉 over de kop gaan • go broke, foldeen kop en schotel • a cup and saucer6 grote/vette koppen • big/bold headlinesde koppen tellen • count headseen gerucht de kop indrukken • 〈 ook〉 squash/scotch a rumourde kop opsteken • surface, crop upde griep steekt weer de kop op • the flu is rearing its (ugly) head againiets op de kop (weten te) tikken • (manage to) pick something up, (manage to) get hold of something/come by somethinghet is vijf uur op de kop af • it is exactly five o'clock -
17 man
1 [volwassen mannelijk mens] man3 [echtgenoot] husband4 [flink persoon] man5 [lid van een bemanning] man, hand6 [lid van een groep/team] man♦voorbeelden:1 de aangewezen man voor dat karweitje • the best/obvious man for the jobbeste man 〈 ook ironisch〉 • my dear fellow/mande goede man weet nog van niets • the poor man/fellow knows nothing yethij is hier de grote man • he is the big boss herehij is geen vrij man • he is not his own manhij is er de man niet naar om • he is not the (sort of) man who wouldeen man uit duizenden • a man in a millioneen man van de daad/wereld • a man of action/the worldeen man van weinig woorden • a man of few wordshij is een man van zijn woord • he is as good as his wordals mannen onder elkaar • man to manach man, hou toch op • ah, come off it10.000 man publiek • a 10,000-strong audience〈 figuurlijk〉 de gewone/kleine man • the man in the street, the common manvijf man sterk • five strongiets aan de man brengen • sell somethingiemand recht op de man af iets zeggen • give it to someone straightiemand iets (recht) op de man af vragen • ask someone a point-blank question, ask someone something straighteen tientje de man • ten guilders eachals één man • as one (man)〈 spreekwoord〉 een gewaarschuwd man telt voor twee • forewarned, forearmed3 aan de man komen • find (oneself) a husband/manzijn dochters aan de man brengen • marry off one's daughters4 zijn verdriet dragen als een man • bear one's grief/take it like a manzich met man en macht tegen iets verzetten • resist something with might and mainmet hoeveel man zijn we? • how many are we?7 bloemenman • florist, flowerseller¶ onder die voorwaarden ben ik je man • under these conditions, I'm with you -
18 voor
voor1I 〈 het〉♦voorbeelden:II 〈de〉1 [ploegsnede] furrow2 [rimpel] furrow, wrinkle♦voorbeelden:1 voren trekken • make/plough furrows, wrinkle, furrow————————voor2〈 bijwoord〉1 [aan de voorzijde] in (the) front2 [met betrekking tot een volgorde; meer dan] ahead3 [met betrekking tot een gezindheid] for, in favour♦voorbeelden:de auto staat voor • the car is at the doorhij is voor in de dertig • he is in his early thirtiesvoor in het boek • in/near the beginning of the bookvier punten voor • four points aheadzij zijn ons voor geweest • they got (t)here before/ahead of us————————voor3〈 voorzetsel〉1 [niet achter] in front of2 [in tegenwoordigheid van] before, for4 [gedurende] for, during5 [ten aanzien van; om wille van; met betrekking tot] for6 [met betrekking tot een volg/rangorde] before, for ⇒ by9 [met betrekking tot een gelijkstelling] for♦voorbeelden:de dagen die voor ons liggen • the days (that lie) ahead of usvlak voor Leiden gebeurde het • it happened just before Leidenvoor een voorbijganger de hoed afnemen • take off one's hat to a passer-by3 voor zeven uur/zondag/Pasen • before seven (o'clock)/Sunday/Eastertien voor zeven • ten to sevenzij is een goede moeder voor haar kinderen • she is a good mother to her childreniemand voor zijn gedrag prijzen/straffen • praise/punish someone for his behaviourdat is goed genoeg voor hem • that is good enough for himdat is net iets voor hem • 〈 passend〉 that is just the thing for him; 〈 te verwachten〉 that is just like himik doe het voor jou • I'm doing this for youdat is niets voor mij • that is not for mewaar doet hij het voor? • why does he do it?7 er werd voor ƒ100.000,- schade aangericht • Dfl100.000.- worth of damage was doneik zal voor mijn zoon betalen • I'll pay for my sonwat krijgt hij voor zijn moeite? • what does he get for his trouble?de Directeur, voor deze: J. Smit • the Director, per pro/p.p./pp J. Smit8 ik ben voor X • I'm (all) for/in favour of Xhet brood voor zijn gezin verdienen • earn a living for one's family9 wat zijn het voor mensen? • what sort of people are they?wat is dat voor een ding? • what kind of thing is that?10 voor een arbeiderswoning was het huis behoorlijk groot • the house was fairly big as labourer's cottages go————————voor4〈 voegwoord〉1 before♦voorbeelden:voor je het weet, heb je een verkoudheid te pakken • before you know it, you've caught a coldvoor ik het vergeet • before I forget -
19 schaap
♦voorbeelden:zijn schaapjes op het droge hebben • avoir du foin dans ses bottesschapen houden • élever des moutons3 onnozel schaap! • pauvre nigaud!¶ arm schaap! • pauvre chat(te)! -
20 uit
uit1I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een richting naar buiten] out2 [met betrekking tot een bestemming/beweging] 〈zie voorbeelden 2〉3 [met betrekking tot het doorlopen van een tijdruimte] out4 [+ er/daar] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:uit eten gaan • go out for dinnerAjax speelt volgende week uit • Ajax are playing away next weekuit werken gaan • go (out) to work2 moet je ook die kant uit? • are you going that way, too?voor zich uit zitten kijken • sit staring into space3 dag in, dag uit • day in, day out4 ik ben er uit • 〈 ik heb het opgelost〉 I've solved that problem; 〈 ik begrijp het helemaal〉 I'm in the picture nowik zou er graag eens uit willen • I would like to get away for a whilede aankoop heb je er na een jaar uit • the purchase will save its cost in a year¶ ik kan er niet over uit • I can't believe it/get over itII 〈bijvoeglijk naamwoord; niet attributief〉2 [afgelopen] over3 [niet brandend] (gone) out5 [ouderwets] out6 [verschenen, gepubliceerd] out7 [in bloei] out♦voorbeelden:de bal is uit • the ball is outdie vlek gaat er niet uit • that stain won't come outuit, goed voor u! • get away from it all!het is uit tussen hen • it is finished between themen nou is 't uit! • this has got to stop!het is uit met de pret • the game is over nowik doe het niet, punt uit! • I won't do it, and that's final!de lamp is uit • the light is out/off4 op iets uit zijn • be out for/after somethinghij is er alleen maar op uit om te winnen • his sole aim is to win————————uit2〈 voorzetsel〉2 [verwijderd van] off3 [te buiten, te boven gaand] out of4 [afkomstig van, door middel van] (out) of♦voorbeelden:uit het raam kijken • look out of the windoween speler uit het veld sturen • order a player off (the field)ik kan de tweeling niet uit elkaar houden • I can't tell which of the twins is which/the twins apartuit elkaar vallen • break to piecesuit één stuk • (all) of a piecekiezen uit drie mogelijkheden • choose from three possibilitieséén uit de twintig/duizend • one in twenty/a thousand5 uit bewondering • out of/in admirationuit betrouwbare bron is vernomen • we have it on good authorityzij trouwden uit liefde • they married for loveuit veiligheidsoverwegingen • for safety('s sake)uit voorzorg • by way of precaution
См. также в других словарях:
Willem Godschalck van Focquenbroch — (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines Mutterlandes. Von seinen Landsleuten, bei… … Deutsch Wikipedia
Willem Godschalk van Focquenbroch — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
List of charismatic leaders as defined by Max Weber's classification of authority — This is a list of people whose leadership has been characterized as based on charismatic authority by listed sources. Charismatic authority is a sociological concept and one of three forms of authority as defined by Max Weber s tripartite… … Wikipedia
Hendrik Conscience — Hendrik C … Deutsch Wikipedia
De Focq — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
Focquenbroch — Willem Godschalck van Focquenbroch (* vermutlich im April 1630 in Amsterdam; † eventuell 14. Juli 1670 in Elmina) war ein niederländischer Dichter und Dramatiker. Er gilt als wichtigster Vertreter der Burleske des 17. Jahrhunderts seines… … Deutsch Wikipedia
René Appel — und seine deutsche Übersetzerin Stefanie Schäfer bei einer Lesung in Moers am 29. April 2004 René Appel (* 19. September 1945 in Hoogkarspel) ist ein niederländischer Schriftsteller. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Edward Schillebeeckx — Edward Cornelis Florentius Alfonsus Schillebeeckx (Antwerp, November 12, 1914 ) is a Belgian Roman Catholic theologian. He is a member of the Dominican Order. His books on theology have been translated into many languages, and his contributions… … Wikipedia
De Martelaere — Patricia De Martelaere Patricia De Martelaere (* 16. April 1957 in Zottegem; † 4. März 2009[1] in Wezemaal, Gemeinde Rotselaar) war eine flämische Schriftstellerin und Professorin für Philosophie. Patricia De Martelaere studierte Philosophie an… … Deutsch Wikipedia
Martelaere — Patricia De Martelaere Patricia De Martelaere (* 16. April 1957 in Zottegem; † 4. März 2009[1] in Wezemaal, Gemeinde Rotselaar) war eine flämische Schriftstellerin und Professorin für Philosophie. Patricia De Martelaere studierte Philosophie an… … Deutsch Wikipedia
Patricia de Martelaere — (* 16. April 1957 in Zottegem; † 4. März 2009[1] in Wezemaal, Gemeinde Rotselaar) war eine flämische Schriftstellerin und Professorin für Philosophie. Patricia De Martelaere studierte Philosophie an der Katholischen Univ … Deutsch Wikipedia